Ik heb in mijn leven te maken gehad met heel wat hulpverleners. Als je hoofd nu automatisch schuift naar de ggz hulpverlening, schuif dan even met mij terug. Ik heb namelijk het eerste deel van mijn leven vooral te maken gehad met hulpverleners in het ziekenhuis, huisartsen etc. Als kind had ik fanatiek astmatische bronchitis wat maakte dat ik minimaal maandelijks gezellig op bezoek ging bij de kinderarts.
Waar mijn relatie met mijn kinderarts goed was, was dit zeker niet het geval bij een heleboel andere hulpverleners. Als kind was ik blijkbaar al fan van bijwerkingen ontwikkelingen die onder “zeer zelden” staan op de bijsluiter, of zelfs gewoon niet te vinden waren op dat papiertje. In mijn puberteit heb ik vaak met buikklachten op de eerste hulp gelegen wat vrijwel altijd door de eerste artsen werd gegooid op stress of de maandelijkse vrouwelijke periode. En zelfs als dit zo zou zijn, werd dit vaak op zo’n manier gebracht dat ik niet het gevoel had serieus genomen te worden, of veilig te zijn in dit uit te spreken.
Ik heb vooral goede ervaringen met een aantal specifieke hulpverleners, en veel slechte ervaringen met de rest. Ik heb het geluk dat mijn ouders vierkant achter mij stonden, en zo goed hun konden mij hebben opgevangen en beschermd. Maar het vertrouwen in de persoon die mij eigenlijk zou moeten helpen is dan geschaad. En als dit keer op keer gebeurd ben je er niet meer van nature van overtuigd dat een dokter, psychisch of lichamelijk, het beste met je voor heeft.
Op het moment dat ik dus in de geestelijke gezondheidszorg terecht kwam, was ik zelf best verbaasd waarom ik zoveel moeite had met mijn hulpverleners te vertrouwen. Ik was me namelijk toen nog niet bewust van dit bovenstaande.
Wat je als hulpverlener dus moet beseffen is dat alhoewel jij met een ‘frisse start’ begint, je wel ruimte moet geven voor al die hulpverleners die voor jou kwamen die niet deden wat jij doet. Dat die ruimte vaak heel langzaam uitbreidt en dat als jij dit forceert je een (fors) minnetje creëert ipv een plusje. Denk op de lange termijn ipv korte. Wil niet van vandaag op morgen al een vertrouwensband, werk binnen het vertrouwen wat je nu hebt, hoe schaars ook. Hoe meer je daar binnen werkt, hoe meer iemand je durft toe te laten, en hoe meer (en beter) resultaat je zal behalen in de ander daadwerkelijk willen helpen.
Comments